opent in nieuw venster
Jay Ashburn (rechts) gebruikt Proloquo op de iPad van zijn moeder om met haar te communiceren op Virginia Beach.
Jay Ashburn (9) gebruikt al vanaf zijn vierde de apps voor augmentatieve en alternatieve communicatie van AssistiveWare op iPhone en iPad.
Toegankelijkheid 17 mei 2023
Elke middag gaat de negen jaar oude Jay met zijn moeder Meghan Ashburn en zijn tweelingbroer Nick naar Virginia Beach, waar ze zich ontspannen na een dag vol prikkels op school, thuis en elders.
Als Ashburn aan Jay vraagt waarom hij het strand zo fijn vindt, kiest hij de ‘zonsondergangknop’ en zegt “Nee school. Ja strand.”
In 2015 werd bij Jay autisme vastgesteld. Toen hij vier was, begon hij Proloquo2Go te gebruiken, een AAC-app (augmentatieve en alternatieve communicatie) van ontwikkelbedrijf AssistiveWare voor iPhone en iPad.
“Het strand is voor Jay altijd een plek geweest waar hij kan ontspannen en dingen kan onderzoeken zoals hij dat wil”, vertelt Ashburn. “We gaan er met het gezin zo vaak heen als het weer het toelaat. Hij is dol op het zand, de golven en de prachtige zonsondergangen.”
Proloquo2Go belichaamt de missie van AssistiveWare om van AAC een effectief en geaccepteerd communicatiemiddel te maken. Deze tools worden gebruikt door mensen die zich niet mondeling kunnen uiten, bijvoorbeeld mensen met ALS, hersenverlamming of autisme.
Jay (voorgrond) staat bij de kustlijn van Virginia Beach met zijn tweelingbroer Nick.
Jay (links) en zijn tweelingbroer Nick zijn een middagje op Virginia Beach.
Jay is bezig met Proloquo op de iPad die zijn moeder vasthoudt.
Jay gebruikt Proloquo en andere communicatiemiddelen om met zijn familie, docenten en vrienden te praten.
Dat deze technologie nu beschikbaar is op Apple devices betekent een aanzienlijke verandering voor AAC-gebruikers, en ook voor David Niemeijer, oprichter en CEO van AssistiveWare. Doordat AAC nu te gebruiken is op consumentendevices, is de technologie binnen het bereik van veel meer mensen gekomen. En daardoor maakt AssistiveWare een snelle groei door.
“Een van de mooiste dingen van iPad en iPhone is dat het geen aparte devices zijn”, zegt Niemeijer. “Ze zijn cool en iedereen gebruikt ze, zodat onze apps een veel bredere acceptatie hebben gevonden. Maar we hebben nog genoeg werk te verzetten.” 
De volgende generatie AAC-apps van AssistiveWare – Proloquo en Proloquo Coach – zijn sinds 2022 beschikbaar. Proloquo genereert niet alleen spraak, maar gebruikers kunnen er ook zinsdelen en zinnen mee bouwen, verwante woorden leren en hun woordenschat en grammatica verbeteren. Proloquo Coach biedt gezinnen en docenten tools om kinderen en leerlingen te helpen bij het leerproces.
Portret van David Niemeijer.
David Niemeijer is de oprichter en CEO van AssistiveWare.
Proloquo heeft 49 stemmen van echte kinderen en volwassenen om tekst in spraak om te zetten en kent 12.000 woorden, ongeveer drie keer meer dan andere AAC-apps. AssistiveWare apps ondersteunt ook VoiceOver en Schakelbediening voor gebruikers met een visuele beperking of een beperkte mobiliteit.
Niemeijer denkt dat het belangrijk is dat AAC-gebruikers de technologie naar eigen wens kunnen inrichten. Apple heeft deze week een preview gegeven van nieuwe toegankelijkheidsfeatures, onder meer Assistive Access voor mensen met cognitieve beperkingen en Personal Voice voor mensen die hun spraak dreigen te verliezen, en daarmee krijgen mensen meer mogelijkheden om de gebruikerservaring af te stemmen op hun behoeften.
“We staan te popelen om deze nieuwe features in de apps van AssistiveWare te integreren”, zegt Niemeijer. “Onlangs hebben we in Proloquo ondersteuning voor de ingebouwde stemmen van iOS geïntroduceerd, zodat gebruikers uit nog meer stemmen kunnen kiezen. Met Personal Voice kunnen onze gebruikers nog meer opties krijgen om hun manier van communiceren naar wens aan te passen. En in combinatie met features als Assistive Access levert dit ons nog meer mogelijkheden op om de gebruikerservaring aan te passen, zodat gebruikers onze apps kunnen inrichten naar hun persoonlijkheid en behoeftes.”
Jay gebruikt nu Proloquo en andere communicatiemiddelen om met zijn familie, docenten en vrienden te praten. Kinderen vormen 80 procent van de gebruikers van Proloquo. Jay is een van de 100.000 mensen die de app dagelijks gebruiken en een van de in totaal 300.000 gebruikers overal ter wereld.
“In de komende vijf jaar zullen steeds meer mensen te weten komen wat AAC is”, verklaart Ashburn, die voorheen lesgaf aan de basisschool. Jay zit in groep 5 van een algemene school. “Dat is bijzonder, want hij praat niet en normaal gesproken krijgen deze kinderen apart les.” Ook Jay’s klasgenoten gebruiken Proloquo als een van de manieren om met hem te communiceren.
“Mijn favoriete feature van Proloquo is waarschijnlijk dat je de app onbeperkt kunt delen. Ik kan voor Jay een AAC-team opbouwen. Zijn docenten, zijn familieleden en zelfs zijn klasgenoten kunnen Proloquo op hun eigen devices gratis gebruiken”, vervolgt Ashburn. “Dat is echt onbeschrijflijk nuttig. Het is een gamechanger voor een bredere toepassing van AAC.” 
Momenteel gaat de spraak van Jay vooruit en gebruikt hij Proloquo om te oefenen met praten. Om nieuwe woorden te leren drukt hij steeds weer op de knop, totdat hij het woord of het zinsdeel zelf kan gaan zeggen. “Doe de deur dicht” hoort Ashburn vaak, nu Jay bijna tien is.
“Bij AAC-technologie kan een kind vaak maar uit een beperkt aantal woorden kiezen”, zegt Ashburn. “Proloquo heeft een zo grote woordenschat dat Jay vrijwel elk woord kan kiezen dat hij wil. En met het ingebouwde toetsenbord zijn de mogelijkheden helemaal onbeperkt.”
Portret van Meghan Ashburn, de moeder van Jay.
Meghan Ashburn is blij met de mogelijkheid om voor Jay in de Proloquo-app een AAC-team te bouwen, zodat zijn docenten, familieleden en klasgenoten met behulp van hun eigen devices met hem kunnen communiceren. “Dat is echt een gamechanger”, zegt Ashburn.
Meghan Ashburn (voorgrond, links) praat met haar zonen Nick (midden) en Jay op Virginia Beach.
Meghan Ashburn (voorgrond, links) praat met haar zonen Nick (midden) en Jay op Virginia Beach.
Het team van onderzoekers, AAC-deskundigen, ontwerpers, ontwikkelaars en kwaliteitscontroleurs van het Amsterdamse bedrijf AssistiveWare – met 27 medewerkers in Amsterdam en 35 op andere locaties – brengt vernieuwingen aan in de technologie achter de producten en helpt onderzoek en pleitbezorging rondom AAC vooruit. “Het meeste onderzoek op dit gebied is gericht op verandering voor één persoon als gevolg van een interventie”, legt Niemeijer uit. “Maar wij hebben op toestemming gebaseerde anonieme gegevens van tienduizenden AAC-gebruikers. Dat is bijzonder. Wij beschikken over veel bredere inzichten en kunnen zo een belangrijke bijdrage leveren aan de gesprekken rondom dit thema.”
‘Begeleide toegang’, een toegankelijkheidsinstelling die Apple een jaar of tien geleden heeft geïntroduceerd om het gebruik van een device tot één app te beperken, heeft de app een nog veel groter potentieel gegeven. “Voorheen was het probleem voor gezinnen en scholen vaak dat het kind in een communicate-app begon, maar dan met andere apps aan de gang ging”, zegt Niemeijer. “Maar met ‘Begeleide toegang’ kan de aandacht volledig naar leren en communiceren blijven uitgaan.” 
Ontwikkelen voor het ecosysteem van Apple heeft nog een ander belangrijk voordeel: Apple blijft software jarenlang ondersteunen, zodat het een goede investering is voor een gezin of een school. 
“Daardoor hebben wij tijd en ruimte om ons op innovatie te richten”, aldus Niemeijer, “en blijft AssistiveWare niet steken in zijn ontwikkeling.”
Voor de volgende generatie AAC-gebruikers hoopt Niemeijer dat deze vorm van communicatie net zo breed geaccepteerd wordt als tekstberichten sturen. Meer nog dan de ontwikkeling van de technologie is het stigma rondom AAC een groot obstakel voor de gebruikers.
“Ik denk dat we nog een lange weg te gaan hebben”, zegt Niemeijer. “Als je niet kunt praten, nemen mensen nog steeds aan dat je waarschijnlijk niet veel te zeggen hebt. Die aanname is het grootste probleem. Ik hoop dat de mensen het nut van deze technologie gaan inzien, zodat deze zoveel mogelijk impact krijgt.”
Jay’s moeder Meghan en Jay zijn bezig op de iPad, terwijl Nick achter hen in het water speelt.
Meghan Ashburn ziet dat de woordenschat van Proloquo beter is dan die van de meeste AAC-technologie. “Jay kan vrijwel elk woord kan kiezen dat hij wil”, zegt ze. “En met het ingebouwde toetsenbord zijn de mogelijkheden helemaal onbeperkt.”
Deel artikel

Media

  • Tekst van dit artikel

  • Afbeeldingen in dit artikel

Contactpersonen voor de pers

Apple Media Helpline

media.nl@apple.com

020 535 2728